Het doel van normalisering is staal een uniforme en fijnere korrelstructuur te geven. Dit proces wordt gebruikt om een voorspelbare microstructuur te verkrijgen en de mechanische eigenschappen van staal te kunnen garanderen.
Na het smeden, warm walsen of gieten is de microstructuur van staal vaak niet homogeen en bestaat deze uit grote korrels en ongewenste structurele onderdelen zoals bainiet en carbiden. Een dergelijke microstructuur heeft een negatief effect op de mechanische eigenschappen van staal en op de bewerkbaarheid. Door middel van normaliseren kan staal een fijnkorreligere homogene structuur verkrijgen met voorspelbare eigenschappen en bewerkbaarheid.
Normaliseren wordt voornamelijk gebruikt bij koolstofstaal en laag-gelegeerd staal, om de structuur na het smeden, warm walsen of gieten te normaliseren. De hardheid die wordt verkregen na normaliseren is afhankelijk van de afmetingen van het werkstuk en van de afkoelsnelheid die gebruikt is (meestal tussen 100 en 250 HB).
Bij het normaliseren wordt het materiaal verwarmd tot een temperatuur die ongeveer gelijk is aan de hardingstemperatuur (800-920°C). Bij deze temperatuur ontstaan austenitische korrels. De austenitische korrels zijn veel kleiner dan de eerdere ferritische korrels. Na verwarming en een korte houdtijd worden de onderdelen afgekoeld in lucht (gas). Tijdens het afkoelen worden nieuwe ferritische korrels gevormd met een verder verfijnde korrelgrootte. In sommige gevallen vindt zowel verwarming als afkoeling plaats onder beschermgas om oxidatie en ontkoling te voorkomen.
Het doel van normalisering is staal een uniforme en fijnere korrelstructuur te geven. Dit proces wordt gebruikt om een voorspelbare microstructuur te verkrijgen en de mechanische eigenschappen van staal te kunnen garanderen.
Na het smeden, warm walsen of gieten is de microstructuur van staal vaak niet homogeen en bestaat deze uit grote korrels en ongewenste structurele onderdelen zoals bainiet en carbiden. Een dergelijke microstructuur heeft een negatief effect op de mechanische eigenschappen van staal en op de bewerkbaarheid. Door middel van normaliseren kan staal een fijnkorreligere homogene structuur verkrijgen met voorspelbare eigenschappen en bewerkbaarheid.
Normaliseren wordt voornamelijk gebruikt bij koolstofstaal en laag-gelegeerd staal, om de structuur na het smeden, warm walsen of gieten te normaliseren. De hardheid die wordt verkregen na normaliseren is afhankelijk van de afmetingen van het werkstuk en van de afkoelsnelheid die gebruikt is (meestal tussen 100 en 250 HB).
Bij het normaliseren wordt het materiaal verwarmd tot een temperatuur die ongeveer gelijk is aan de hardingstemperatuur (800-920°C). Bij deze temperatuur ontstaan austenitische korrels. De austenitische korrels zijn veel kleiner dan de eerdere ferritische korrels. Na verwarming en een korte houdtijd worden de onderdelen afgekoeld in lucht (gas). Tijdens het afkoelen worden nieuwe ferritische korrels gevormd met een verder verfijnde korrelgrootte. In sommige gevallen vindt zowel verwarming als afkoeling plaats onder beschermgas om oxidatie en ontkoling te voorkomen.
© 2024 Bodycote